Mijn vader wist altijd te vertellen dat zijn moeder, Lijsbeth Antonides, in Oosthem was geboren. Een kleine plaats ten zuiden van Sneek. Haar ouders Johannes en IJnskjen werkten bij de Staatsspoorwegen. Langs de spoorwegen waren er wegwerkers die dagelijks de spoorbaan schouwden. De werkers woonden in wachthuizen langs de spoorlijn, waarbij de echtgenote was aangesteld als overwegwachteres. Johannes werkte als ploegbaas van wegwerkers en IJnskjen was overwegwachteres. Zij zijn regelmatig overgeplaatst.
Neef Wiebe Antonides: Johannes Antonides en Ynskje Koopmans. Men zegt wel eens dat twee uitersten elkander zoeken en zich tot elkander voelen aangetrokken. Nu ik geloof dat onze grootouders qua karakter en wijze van doen zeer verschilden. Grootvader was rustig en kalm, een man die boven zijn levenshuis de lijfspreuk van Prins Willem 1 had kunnen laten beitelen: “Saevis tranquillus in undis”: Rustig temidden der woedende golven, in tegenstelling tot de spreuk boven grootmoeders levenshuis: “Repos Ailleurs”: Rust elders.
Grootmoeder kon niet tot rust komen op de plaats waar zij heen was verhuisd, zodat het zo ongeveer verhuizen werd aan de lopende band. Naar Drachten, Harlingen, Vierverlaten, Buitenpost, Oosthem, Grijpskerk, Veenwouden, Wolpheze, enz. Neen, dat zal voor Pake niet al tijd even gemakkelijk zijn geweest, maar het schijnt wel dat hij geen weerstand heeft kunnen bieden aan deze verhuizingsdrift. “Beppe” was niet erg bang uitgevallen, en zij zag er geen bezwaar in, om persoonlijk naar den Inspecteur der Spoorwegen te gaan, om hem te overtuigen van de noodzakelijkheid van vertrek en het scheen meest ook te gelukken. Er zijn van die mensen die voor reizen en trekken in de wieg schijnen gelegd te zijn, en mogelijk had grootmoeder deze drang van huis uit meegenomen.
In 1890 woonden ze in Wachtpost 22 aan de lijn van Leeuwarden naar Stavoren, bij kruising met de Pykedijk in Oosthem. Daar is hun dochter Lijsbeth geboren. Later heeft hun zoon Auke daar ook gewoond. Neef Wiebe Antonides vertelt daarover:
De treinen liepen natuurlijk vlak voor ons huis langs. Wij waren daaraan gewoon, maar sommige bezoekers schrokken soms hevig. Het was daar bij wachtpost 22 een vrij druk verkeer langs de weg van Sneek via Nijezijl naar Oudega en Blauwhuis en verder. Ook het vaarwater dat de verbinding vormde met de Wymerts enerzijds en het Piekerneer en Oudegaster-brekken anderzijds, was in onze jeugd nog goed bevaarbaar voor kleine scheepjes. De wachtpost – thans 1962 af gebroken, voor enkele jaren – zien wij natuurlijk nog heel duidelijk voor ons. Als wij uit school kwamen bijv: dan ging het met een aanloopje de spoorrails over, dan. rechtsom via de grote ruiten van de voorkamer, die uitzicht gaven op de grote polder, met in de verte de contouren van het dorp Heeg. Naast de voordeur, die toegang verschafte tot de zolder, en de voorkamer, stond de ronde spoorklok, in de vorm van een miniatuur watertoren. Deze klok waarschuwde onze ouders als er een trein in aantocht was. Soms, na zovele jaren hoor ik nog dat eigenaardige geluid, dit waarschuwingssein.
Staat van dienst
In het Utrechts Archief is ook het archief van de NS en haar voorgangers opgeslagen. Daar zijn ook de personeelsdossiers van Johannes en IJnskjen. IJnskjen verdiende een kwartje per dag en is in 1874 voor straf overgeplaatst omdat ze de spoorbomen niet op tijd had gesloten.


Neef Wiebe Antonides opnieuw: Wij gaan weer terug naar wachtpost 22. Men zegt weIeens hoe drukker een mens het heeft, hoe vlugger de tijd verstrijkt en zo regen de dagen zich tot weken,de weken tot maanden en de maanden tot jaren, en onze ouders overwogen de “ambtswoning” te verlaten en het zenuw slopende openen en sluiten der spoorbomen aan anderen over te laten. Na enigen tijd lukte dit en verhuisden wij naar woning op de Nije zijl. Toch meen ik dat het “Heit en Mem” wel eens heeft gespeten, want niet lang na hun vertrek verminderde de treinenloop, en vermeerderde het inkomen van de wachters en wachteressen. Over pech gesproken. Want niet alleen zou verhoogd loon weIkom zijn geweest, maar daardoor werd ook het pensioen des te hoger. Maar gedane zaken nemen geen keer.