
Voor ons als kind was Oom Piet de foto van een onbekende man in ons fotoboek. Later hoor je meer over hem. Hij is in Indië gesneuveld tijdens wat Nederland Politionele Acties en de rest van de wereld de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog. Hij had zich in 1945 als oorlogsvrijwilliger aangemeld en zou in 1948 met de rest van zijn regiment terugkomen naar Nederland. Voor straf – hij had zijn militaire voertuig voor niet militaire doeleinden gebruikt – moest hij in Indië blijven, terwijl zijn kameraden terug naar huis gingen.
Zwaar de schurft in
In een brief van december 1948 schrijft Piet aan zijn broer Jo en nieuwe schoonzus Fokje: Dit is nu reeds de 4e verjaardag die ik van huis vier, en ik kan nu wel hopen de volgende thuis te vieren maar ik reken maar nergens meer op, niets is mij nu te raar meer. Dat ik zwaar de schurft in heb, kan je wel begrijpen, ik ben straks maar een slechte propagandist van ’t Ned. Leger.
Er is ook nog niets te berichten .. met de heren. Ze zijn er ook behoorlijk flauw van, want dan sjou ik hier en daar en ik vraag de heren nergens naar, ik heb nu een waarschuwing van de CC gekregen, als ik weer ergens heen ging zou ik krijgstandrechtelijk gestraft worden, maar dat betekent hoogstens 14 dagen streng, dat heeft niets om “hakk’n”.
Tweede Politionele Actie
Hij raakte in december 1948 betrokken bij de Nederlandse 2e Politionele Actie. Omsingeld door een overmacht van vijanden heeft hij zich met medesoldaat Herman Jansen aangeboden om hulp te gaan halen. Dat hebben ze beiden niet overleefd.

In 1950 heeft Piet daarvoor posthuum de Bronzen Leeuw ontvangen: Militairen die zich in de strijd tegenover de vijand hebben onderscheiden met bijzonder moedig gedrag en beleidvolle daden, komen in aanmerking voor de Bronzen Leeuw. Alleen de koning kan deze onderscheiding toekennen, aan militairen in dienst van het Koninkrijk der Nederlanden.